Zondag 27 april PG Doezum Beloken Pasen.
Meditatie: ds. K.G. Pieterman, Niekerk.
Schriftlezing: Lucas 24 : 13 e.v
Meditatie NBV2024:
Diezelfde dag gingen twee van de leerlingen op weg naar Emmaüs, een dorp dat zestig
stadie van Jeruzalem verwijderd ligt.
Terwijl ze zo met elkaar in gesprek waren, kwam Jezus zelf naar hen toe en liep met hen mee,
maar hun blik werd vertroebeld, zodat ze Hem niet herkenden.
Hij vroeg hun: ‘Waar lopen jullie toch over te praten?’
Statenvertaling: En zie, twee van hen gingen op dezelfde dag naar een plek, dat zestig
stadiën van Jeruzalem was, welke de naam was Emmaüs. En het geschiedde, terwijl zij samen
spraken, dat Jezus Zelf bij hen kwam, en met hen ging. En Hij zeide tot hen: Wat redenen
zijn dit, die gij, wandelende, onder elkander verhandelt?
Soms is de nieuwste bijbelvertaling zo vlot, dat er ook iets blijft liggen. Lucas begint zijn
vertelling de blikvanger: En zie. Kijk eens goed, wij kennen 12 leerlingen, maar Lucas kent er
(veel) meer: hier heet de ene Kleopas.
Lucas begint het eigenlijke verhaal in vers 15: En het geschiedde. Met die woorden begint
Lucas al zijn belangrijke berichten. Zo ook het kerstevangelie: En het geschiedde in die dagen
dat er een bevel uitging vanwege Keizer Augustus.
Dan vertelt Lucas, dat Jezus kwam. Hij was er wel, in hun gedachten, maar zij ervoeren niet
zijn aanwezigheid. Jezus komt, en gaat met hen mee, maar zij zien niet, dat het Jezus is.
Eigenlijk zouden ze het wel kunnen horen, dat hij het is. Ze zouden zijn stem kunnen
verstaan om wat hij zegt. Maar dat gebeurt eerst nog niet.
Waar praten jullie al wandelend over?
Deze wandelaars kennen wij, het zijn de Emmaüsgangers. Ze waren naar Jeruzalem gegaan
om het Paasfeest te vieren, de uittocht uit Egypte te gedenken. Maar alles ging anders dit
jaar. Jezus reed op een ezelin Jeruzalem binnen. Het leek koning David wel.
De intocht liep erop uit dat Jezus gevangen genomen werd. Hij werd verhoord door de
hogepriester, overgeleverd aan de Romeinse landvoogd Pilatus, doorgestuurd naar koning
Herodes, weer teruggestuurd naar Pilatus die eerst geen schuld in hem vond en hem later
toch veroordeelde. Of de beide Emmaüsgangers ook de kruisweg hebben meegelopen, weten wij niet.
Maar ze hebben wel meegekregen dat Jezus gestorven is en begraven.
En ze hebben ook nog gehoord dat er vrouwen gezegd hebben: De Heer is opgestaan.
Later, als de wandelaars afbuigen naar hun dorp, zeggen ze tegen die hen gezelschap houdt:
Blijf bij ons, want de nacht zal komen.
Hij gaat met hen mee, gaat met hen aan tafel, breekt het brood en reikt het hen aan. En dan
ervaren zij dat zij heel de weg hebben gewandeld in het licht met Jezus.
Ik wandel in het licht met Jezus, dát is de opstanding ervaren. Jezus leeft, en ik ook. Jezus is
opgestaan, en hij staat op in elk van ons.