Zondag 19 oktober PG Doezum.
Meditatie: dhr. Guus Doorn
Lezen: Psalm 86/Marcus 9: 30-37
Gemeente van Christus Jezus,
Het thema van deze morgen is: ‘Als je honderd mensen niet kunt helpen, help er dan eentje’,
een uitspraak van moeder Teresa.
Aan deze uitspraak moest ik denken bij de voorbereiding
van deze dienst. En dan speciaal
bij de uitspraak van Jezus in dit gedeelte: ‘Wie in Mijn naam één zo’n kind bij zich opneemt,
neemt Mij op; en wie Mij opneemt, neemt niet Mij op, maar Hem die mij gezonden heeft’.
Hoe Jezus tot deze uitspraak komt lazen we in het vooraf gelezen gedeelte.
Jezus en Zijn discipelen trekken door Galilea. Ze trekken van stad naar stad, en nu op weg
naar Jeruzalem. Jezus onderricht tijdens deze wandelingen zijn volgelingen.
Wandelgesprekken zou je kunnen zeggen, net zo als het gesprek wat zou volgen na Zijn
opstanding, met de Emmaüsgangers.
Jezus vertelde tijdens deze wandeling nog eens van Zijn sterven en opstanding. Nog eens,
want blijkbaar realiseerden de discipelen niet de weg Hij moest gaan.
En, eigenlijk snappen zij de woorden van Jezus nóg niet, het komt niet binnen. Want zij
houden zich liever bezig met een andere vraag:
Wie van hen is het belangrijkste?
Komt u dat niet bekend voor? Een vraag die ons allemaal wel bekend voorkomt denk ik. Als
kind, als tiener, als volwassene, als oudere. Wie is de belangrijkste, wie is de knapste, wie is
de rijkste, de machtigste, de vroomste?
Voor kinderen is meestal de vader de sterkste, voor volwassenen misschien wel de opeen
volgende namen:
Is het Trump, is het Poetin, is het de paus, is het Bill Gates, van Microsoft of Musk?
Wie is het belangrijkste?
Ook Jezus vraagt zijn discipelen, waar praten jullie over?
En de discipelen, die eigenlijk alleen maar bezig zijn met de vraag, wie het belangrijkste is/zalzijn
in het nieuwe Rijk dat Jezus zal stichten, ze zijn in één keer stil. Ze zwijgen, misschien
voelen ze zich wel betrapt. Jezus doorzag hen, en spreekt de bekende woorden uit. ‘Indien
iemand de eerste wil zijn, dan moet hij de laatste worden en van alle de dienaar. Hij zegt hier
duidelijk dat het niet gaat om’. Het is een duidelijk antwoord op de vraag wie de
belangrijkste is. Zeker in het nieuwe Rijk waarover ze spraken. Het gaat niet om macht, het
gaat om dienstbaarheid!! Ik denk hierbij ook aan het bekende gedicht van J.B. Charles:
‘Hij alleen zou met een grote sigaar in zijn mond op straat mogen lopen, met de duimen in
zijn vest, want Hij is God. Maar Hij doet het niet, want Hij is God.
God is anders. Bij God zijn de eersten de laatsten en de laatsten de eersten.
De discussie tussen de discipelen komt ons misschien wel bekend voor. Wie is het
belangrijkste, de machtigste. Je ziet hieraan dat ook de discipelen net zo gewoon zijn als wij.
Want lopen ook wij vol van goedheid, liefde en vrede achter Jezus aan? Of zijn wij ook uit
op ons zelf, en zijn we heel snel klaar met kritiek op wat anderen doen en niet doen? Op wat
bijv. de kerk doet en niet doet.
Hebben wij als mensen ook niet dat we graag met stenen naar anderen willen gooien, op
wat voor gebied dan ook. Bij God is dit anders. God zegt als het ware: Het geeft niet wie je
bent, hoe hoog je in eer bent. Ieder heeft zijn eigen capaciteiten. Als je goed bent als bijv. als
voetballer, prima. Als je goed bent als verzorgende in de verpleging of gehandicaptenzorg of