Kerkelijk Jeugdwerk Doezum

Informatie over\van het Kerkelijk Jeugdwerk Doezum

Jeugdwerk- Verhaal kinderen

Verhaal voor de kinderen (om zelf te lezen of voor te lezen.)

Het is knikkertijd. Chantal heeft haar knikkerzak
vol gedaan en gaat op weg naar school. De
meeste kinderen uit groep 6 zijn er al. Samen
spreken ze af wie het eerst mag beginnen. Ze zijn
verdiept in hun spel.
Daar komt Piet aan. Moet je hem zien lopen. Hij is
niet zo geliefd bij de kinderen. Hij probeert altijd
de baas te spelen.
 
‘Ik wil ook meedoen’, roept Piet. ‘Opzij jij‘, zegt hij tegen Chantal. ‘Ik speel nu eerst’,
zegt Piet. ‘Jullie mogen meespelen, anders...’.
‘Zeg, meneer de baron’, zegt Klaas, ‘beveel je hondje en blaf zelf’.
Oei, dat moet op een vechtpartij uitdraaien! Dat kan niet anders.
Dreigend staan Klaas en Piet tegenover elkaar. Maar..... daar komt meester naar buiten.
‘Naar binnen jullie, het lijkt hier wel oorlog’, zegt meester.
  
‘Ja maar, hij wil altijd de baas spelen’, zegt Klaas. De meester begrijpt het best.
De bel gaat en dus moet iedereen naar binnen. Als alle kinderen van groep 6 op hun
plaats zitten, doet de meester de deur dicht.
‘Luister eens allemaal’, begint de meester.
Ik wil nog even met jullie praten over die ruzie bij dat knikkeren. Meestal komt er ruzie
omdat iemand de baas wil spelen en dan loopt het slecht af. Ook bij de grote mensen is
dat zo. Luister maar eens’.
 
De hele klas gaat er gemakkelijk bij zitten. Ze weten dat er nu iets belangrijks komt.
 
‘Weten jullie, zo’n vijfentachtig jaar geleden was er een man die de baas wilde spelen.
Hij heette Adolf Hitler. Hij was de baas in Duitsland geworden. Deze man wilde zelfs de
baas worden in heel Europa.
 
Ik vertel jullie een verhaal over hoe het kan aflopen als iemand de baas wil spelen.
En....als de mensen voor zo’n “baasspeler” kiezen.
 
Meester vertelt over dat de meeste mensen, in die tijd toen Hitler aan de macht kwam,
heel arm waren en vaak geen werk hadden. Hitler gaf de schuld van de armoe aan de
joden. Hitler beloofde dat, als hij de baas was, alles veel beter zou worden. Hij beloofde
dat iedereen werk zou krijgen en dus te eten en te drinken had. En... dat iedereen een
auto zou krijgen. Dat was heel bijzonder, want bijna niemand had toen een auto. De
mensen geloofden hem, jammer genoeg, en dus werd Hitler de baas van Duitsland. Hij
droomde dat hij de rijkste en machtigste man van de wereld zou worden. Andere
landen zoals Denemarken, België, Zweden, Noorwegen en ook Nederland moesten een
deel van Duitsland worden. Hij was van plan de andere landen te dwingen hem te
gehoorzamen. En wie niet luisteren wilde moest maar voelen. Daarom liet hij veel
wapens maken.
 
In de oorlog van 1940 – 1945 ontnamen de Duitsers ons de vrijheid.
Wij vinden vrijheid heel gewoon.
- De vrijheid hebben om te zeggen wat je wilt
- De vrijheid hebben om te lezen of te schrijven wat je wilt.
Je merkt pas wat vrijheid is als je je vrijheid verloren hebt.
 
En dat was wat er gebeurde in de oorlog.
Luister maar naar dit verhaal:
 
’t Was pas vijf uur in de morgen. ‘Opstaan, de Duitsers houden een razzia.’
(Een razzia is een georganiseerde jacht op mensen, bv. in de oorlog op joden die de
schuld kregen van de armoede en allemaal werden opgepakt en op mensen die in het
verzet zaten)
Ze doorzoeken alle huizen. ‘Ik keek door het raam. Aan de overkant van de straat stond
een Duitse overvalwagen. Een meneer liep met zijn handen omhoog naar de auto. Twee
Duitsers met hun geweer in de aanslag liepen achter hem.
Het eerste wat ik dacht was: ‘Vader en Bram.’
Moeder had er al voor gezorgd dat Bram en zijn
ouders in de goed verborgen schuilplaats zaten!
Wat konden die Duitsers nu tegen vader hebben?
In de gang stond een jonge Duitse soldaat. Hij zei dat
vader mee moest voor een verhoor.
We geloofden het nog ook. De volgende dag wisten we wel beter: vader kwam niet
terug. We wisten niets van hem. Ik zag best dat moeder soms rode ogen had, dan had
ze gehuild natuurlijk.
 
’s Avonds kon ik moeilijk in slaap komen. Waar zou vader zijn? Soms moest ik ook
huilen. Gelukkig hadden ze Bram en zijn ouders niet gevonden.
Later hoorden we dat vader in Scheveningen gevangen zat. Moeder probeerde alles om
bij vader op bezoek te mogen. Eindelijk lukte het en ik mocht mee. Zes weken heeft
vader daar gezeten. Hij zat achter de tralies, vreselijk. En toen....
Opeens stond hij voor onze neus. Vrij! Alleen was hij heel mager. Vader vertelde dat de
Duitsers hem elke dag ondervraagd hadden. Soms urenlang. Ook hadden ze hem
geslagen, omdat ze hoopten dat vader van de pijn of van angst dingen zou vertellen die
de Duitsers graag wilden weten.
En zomaar ineens hadden ze vader vrijgelaten. Wat waren wij blij.
 
In de oorlog gebeurde nog veel meer. Er was honger doordat alle goede eten naar
Duitsland moest en er voor de Nederlanders niet veel overbleef. Gelukkig kwamen er
aan het einde van de oorlog vanuit andere landen voedsel droppings. Er werd door
vliegtuigen voedsel naar beneden geworpen. Zoals dozen met brood, vlees, groenten,
meel, margarine, suiker, thee en chocolade. De mensen kregen weer hoop.
 
En toen werd het 5 mei. Iedereen stak de vlag uit. Er was weer vrijheid. Dat je weer
kon zeggen en schrijven wat je wilde, dat je niet meer bang hoefde te zijn voor de
Duitse soldaten. Maar er was ook veel verdriet. Miloenen mensen zijn in de oorlog
omgekomen. Daarom is er bij oude mensen nu nog verdriet, want hun vader, hun
zuster of een goede vriend is toen gedood.
 
Daarom hangen nog steeds op 4 mei de vlaggen halfstok.
Veel mensen leggen dan bloemen op de oorlogsgraven en bij
gedenktekens. Ze zijn de narigheid van de oorlog nog steeds
niet vergeten. Op 4 mei, ’s avonds om 8 uur, is er twee
minuten stilte.
En: na de herdenking op 4 mei, vieren we op 5 mei onze
bevrijding.
 
Zondag 11 april j.l. keek ik naar de televisie. Er was een herdenking in kamp
Westerbork. De mensen die in april 1945 nog in dat kamp waren, zijn toen bevrijd door
de Canadezen.
Westerbork is een herinneringsplaats, een kamp in Drenthe, waar vandaan in de oorlog
veel Joden per trein werden weggebracht naar kampen in Duitsland om nooit meer
terug te komen. Heel soms overleefde iemand die verschrikking.
 
Bij die herdenking spraken twee vrouwen, ook met elkaar. Ze haalden herinneringen op
aan die tijd. Dat kan, omdat ze dat verschrikkelijke hadden overleefd. Een Joodse
rabbijn vertelde over zijn kamptijd. Ook hij kan het navertellen.
Het duurt niet meer zo lang, dan is er niemand meer die erover kan vertellen want dan
zijn alle mensen die de oorlog hebben beleefd en over-leefd, gestorven. Gelukkig zijn er
boeken waarin wordt verteld wat er allemaal is gebeurd.
 
Zelf lees ik nu het boek:
‘De jongen die zijn vader naar Auschwitz volgde’.
Er wordt heel gedetailleerd in beschreven wat daar in kamp
Auschwitz allemaal gebeurde. Het is verschrikkelijk wat
mensen elkaar aandeden.
Helaas moet ik constateren dat er tot op vandaag de dag
nog niet veel is veranderd.
Ik denk dan bv. even aan die meneer uit Rusland, Aleksej Navalny de oppositieleider,
die vorig jaar werd vergiftigd en nu in een strafkamp gevangen wordt gehouden, erg
ziek is en in hongerstaking.
 
Wij zeggen: ‘Dat nooit meer!’, maar toch......
 
Dieta Stokroos

Agenda

Kerkenraadsvergadering
09 oktober 2024 19:30 -
Peperlezing Arjan Broers
12 oktober 2024 14:00 -
Gemeenteavond
16 oktober 2024 19:30 -

Dagelijkse bijbeltekst

  • U bent mijn lamp, HEER, u, HEER, verlicht mijn duisternis, met u storm ik af op een legerbende, met mijn God beklim ik de hoogste muur. Gods weg is volmaakt, het woord van de HEER is zuiver, een schild is hij voor allen die bij hem schuilen. -- 2 Samuel 22:29-31